Gedragsverandering bij leerlingen: stappenplan

 


Leerling vertoont ongepast gedrag

Eenmalig

  • Vakleerkracht spreekt leerling hierover aan, bespreekt gewenst gedrag.
  • Vakleerkracht registreert dit in LVS bij ‘meldingen’.

Herhaaldelijk

  • Titularis merkt (in LVS of door gesprekken met collega’s) dat ongepast gedrag herhaaldelijk voorkomt.
  • Titularis spreekt de leerling hierover aan en vraagt gedragswijziging.
  • Titularis geeft boodschap: gedragsverandering is noodzakelijk, anders gedragsondersteuningskaart.
  • Titularis informeert de ouders en registreert dit in LVS bij ‘communicatie met ouders’.

Titularis volgt gedrag op via LVS of gesprekken met collega’s

Indien oké

  • De leerling bevestigen.
  • Communicatie naar ouders.

 Indien duidelijke verbetering, maar nog onvoldoende

  • Titularis voert gesprek met leerling.
  • Boodschap: we volgen verder op.
  • Communicatie naar ouders.

Indien geen zichtbare gedragsverandering

  • Titularis bevraagt collega’s ter voorbereiding van een KR (welk gedrag is storend) en formuleert voorstel voor aandachtspunten (maximum 3).
  • Titularis bespreekt op KR.
  • Pedagogisch directeur stelt brief op voor de ouders/leerling.
  • Titularis maakt de kaart (sjablonen vind je op Intradesk).
  • Titularis bespreekt met leerling: werking kaart, aandachtspunten toelichten, over welke periode, moment om kaart te bespreken.
  • Titularis brengt de ouders op de hoogte.
  • Titularis bespreekt de kaart wekelijks met de leerling op afgesproken moment.
  • Indien nodig: sanctie kan volgen.

Na het wekelijks gesprek

  • Kaart bezorgen aan leerlingensecretariaat, leerling komt mee.
  • Secretariaat scant ingevulde kaart.
  • Leerling ontvangt nieuwe kaart, samen met de ingevulde kaart.
  • Leerlingensecretariaat plaatst gescande kaart in LVS bij ‘Begeleiding’.
  • Leerlingensecretariaat stuurt gescande kaart via een bericht naar ouders.
  • Leerling brengt de ingevulde kaart de volgende dag ondertekend door ouder(s) terug binnen op leerlingensecretariaat.
  • Leerlingensecretariaat volgt op of de kaart wordt ingeleverd. Zo niet: leerling erover aanspreken en titularis verwittigen (internen op maandag).
  • Titularis noteert kort samenvatting bespreking in LVS bij ‘Begeleiding’.

Evolutie

Positieve evolutie

  • Kaart valt weg.
  • Communicatie naar ouders, leerling.

Negatieve evolutie of geen evolutie

  • Titularis bespreekt verdere stappen met herstelcoach of pedagogisch directeur waarna waarschijnlijk een extra KR volgt.
  • De volgende fase is afhankelijk van de  leerling, de situatie, de context …

Mogelijke volgende stappen

Mogelijke volgende stappen kunnen zijn:

  • een traject met de leerling via een externe organisatie zoals NAFT;
  • een dag verwijdering uit de lessen;
  • een dag preventieve schorsing;
  • de start van een tuchtprocedure.

Gedragsondersteuningskaart: wie doet wat?

De leerling

  • Geeft de gedragsondersteuningskaart af aan de leerkracht bij het begin van elke les of studie-uur;
  • laat de ingevulde kaart (tijdens het weekend) door (één van) de ouders handtekenen;
  • brengt de kaart de volgende dag terug naar het leerlingensecretariaat (internen op maandag);
  • levert de ingevulde kaart in na het gesprek met de titularis/herstelcoach op het leerlingensecretariaat in en krijgt meteen een nieuwe.

De leerkracht

  • Zet een paraaf achter elk aandachtspunt per lesuur of per lesblok. Indien onvoldoende, zet je een rode paraaf;
  • kan op de keerzijde (zowel positieve als negatieve) feedback geven per lesuur of per lesblok;
  • opmerking: indien de leerling bij het begin van de les er niet spontaan aan denkt om de kaart aan te bieden, vraag er dan even naar.

Leerlingensecretariaat

  • Scant de gedragsondersteuningskaart in en zet ze in het LVS van de betrokken ll bij “begeleiding”;
  • stuurt de gescande kaart via een bericht naar de ouders;
  • bezorgt de leerling een nieuwe gedragsondersteuningskaart als ze de oude inleveren;
  • volgt op of de kaart ondertekend door de ouders terug wordt ingeleverd en bewaart ze;
  • brengt indien nodig, titularis op de hoogte.

Opmerkingen

  • Indien de leerling de kaart verliest of vergeet, haalt hij/zij zelf een nieuwe op het leerlingensecretariaat.
  • Indien de leerkracht geen kaart krijgt (leerling weigert of is kaart kwijt of vergeten en anticipeerde niet), mag hij/zij nadien een rode paraaf zetten op de nieuwe kaart bij de betrokken lesuren.
  • We mogen van de leerling geen perfectie verwachten.
  • We proberen te vermijden dat andere leerlingen wel mogen “zondigen” tegen aandachtspunten die op de kaart van een klasgenoot vermeld staan.

Afhankelijk van het gedrag, kan de vakleerkracht een gepaste sanctie geven.

 


Eventueel met de leerling bespreken:

  • Hoe zou je dit gedrag kunnen vermijden?
  • Wie of wat kan jou hierbij helpen?


Geef de boodschap:

  • Als de hulp die we aanbieden niet lukt, dan volgt er een gedragsondersteuningskaart om jou te helpen inzicht te krijgen in je gedrag en om dit aan te passen.
  • Wie of wat kan jou helpen om dit gedrag te vermijden? Bijvoorbeeld andere plaats in de klas, gesprek met iemand.


Afhankelijk van de leerling of de situatie, kan je vragen aan de leerling om de ouders zelf op de hoogte te brengen. Belangrijk dat je nadien zelf de ouders contacteert om te checken of de communicatie juist gevoerd werd.


Ouders op de hoogte brengen mag via een bericht. Geef de boodschap dat je dit blijft opvolgen.


Hoe kijkt de leerling naar zijn/haar gedrag?

  • Wat is verbeterd?
  • In welke situaties lukt het wel?
  • Wat lukt nog niet?
  • Wat is er nodig om ook dit nog aan te passen?


Dit kan je onder meer zien bij de meldingen in het LVS, al dan niet gekoppeld aan een sanctie.


Als de officiële KR nog veraf is, een extra KR bij elkaar roepen. Dat kan ook online. Overwegen of de aanwezigheid van ON, CLB, leerlingenbegeleider, herstelcoach of directie wenselijk is. Tijdens de KR al bespreken voor welke periode je de kaart gaat hanteren, op welke dag gestart wordt (moet niet noodzakelijk een maandag zijn), op welk moment de kaart besproken zal worden.


Telefonisch of fysiek (kan een reeds gepland oudercontact zijn of een extra oudercontact). Indien gewenst mag je de betrokken directeur vragen om ondersteunend mee aanwezig te zijn.


Twijfel je over welke sanctie je moet geven? Je kan gerust zeggen dat er een sanctie volgt. Dat geeft je de tijd om erover na te denken of te overleggen met herstelcoach, ON of directie.


Indien nodig: communicatie naar ouders (mag via de kaart zelf of via een bericht). Ook fijn om positieve zaken te noteren, maar bewaken dat als het overwegend negatief is, het positieve niet overheerst.


Voor een gedragsverandering is ongeveer 6 weken nodig. Dat mogen ook 5 weken zijn als dat binnen het schooljaar beter uitkomt.

Website ontwerp en ontwikkeling door Brandwolves.be
corner-double-right-up